In de aanloop naar de verkiezingen van 12 september benadrukken alle politieke
zo hard mogelijk hun unieke punten. Na 12 september, als er
coalitieondehandelingen volgen ligt dat uiteraard anders.
Maar toch geeft de doorrekening van de verkiezingsprogramma’s die het Centraal
Planbureau (CPB) maandag presenteerde een idee van de verschillen die
overbrugd moeten worden.
Per saldo doet de VVD het meest om het begrotingstekort in de periode tot 2017
terug te dringen. Bij de SP en GroenLinks blijft de gemiddelde koopkracht
relatief goed op peil. Een overzicht.
Verkiezingsprogramma’s: begrotingstekort
Het CPB zet de impact van de verkiezingsprogramma’s af tegen een zogenoemd
‘basispad’ voor de ontwikkeling van het begrotingstekort en de economische
groei. Dat gaat uit van een begrotingstekort van 2,6 procent in 2017. De VVD
haalt daar het meeste vanaf, te weten 1,4 procent, waardoor het tekort op
1,2 procent zou uitkomen in 2017.
De meest geringe tekortreductie is te vinden bij de SP, die het
begrotingstekort in 2017 met 0,8 procent reduceert tot 1,8 procent in 2017.
De andere partijen zitten hier tussenin. De PVV zit het dichtst bij de VVD
met een extra tekortreductie van 1,3 procent, de PvdA zit op 1,1 procent
tekortreductie en D66 op 1 procent.
Geen enkele partij brengt het begrotingstekort terug tot nul in 2017.
Kijk je de besparingen op de overheidsuitgaven, dan heeft de VVD het zwaarste
pakket van in totaal 22,25 miljard euro. De grootste besparingen zitten bij
de zorg (8,.5 miljard euro) en de sociale zekerheid (7 miljard euro).
De SP en Groenlinks doen minder met bezuinigen op de uitgaven en meer met
belastingmaatregelen. Het besparingspakket van de SP komt uit op 11,25
miljard euro en dat van GroenLinks op 9,75 miljard euro. PvdA, PVV, CDA en
D66 snijden 12 tot 15 miljard euro in de overheidsuitgaven.
Economische groei
Omdat alle partijen extra bezuinigen, is ook het effect van diverse
maatregelen op de economische groei van belang. Het CPB gaat voor de periode
van 2013 tot en met 2017 uit van een gemiddelde groei van het bruto
binnenlands product met 1,5 procent per jaar.
Het pakket van de VVD heeft per saldo geen effect op deze groeiprognose en de
PVV weet zelfs een 0,1 procent hogere jaarlijkse groei te realiseren. Bij de
andere politieke partijen is het effect van de maatregelen uit de
verkiezingsprogramma's negatief.
Bij de SP en GroenLinks komt de economische groei 0,4 procent per jaar lager
uit ten opzichte van het basispad van 1,5 procent groei per jaar. Bij de
PvdA is het negatieve effect op de jaarlijkse groei het grootst met een min
van 0,5 procent. D66 komt uit op een 0,2 procent lagere groei en het CDA op
0,1 procent minder groei per jaar.
Koopkracht
Voor de gemiddelde koopkracht van huishoudens gaat het CPB in de periode
tussen 2013 en 2017 uit van een gelijke koopkracht: dus geen verschil tussen
2013 en 2017.
Bij de SP, PVV en GroenLinks groeit de koopkracht de komende vier jaar
jaarlijks 0,25 procent, ten opzichte van het basispad. Een positieve
ontwikkeling dus.
Het programma van het CDA heeft jaarlijks een negatief effect van 0,75 procent
op de koopkracht, bij D66 is het negatieve effect 0,5 procent per jaar en
bij de VVD 0,25 procent per jaar. Het pakket van de PvdA heeft geen effect
op de koopkrachtontwikkeling, die dan hetzelfde blijft als in het basispad
van het CPB. Dus geen toename en geen afname.
Woningmarkt
Bij specifieke maatregelen kijkt het CPB onder meer naar de woningmarkt. Wat
betreft de doelmatigheid van de woningmarkt - dat wil zeggen het zorgen voor
een betere balans tussen vraag en aanbod - stelt het Planbureau dat PvdA,
GroenLinks, ChristenUnie, SGP en in mindere mate D66 de doelmatigheid zowel
op de koop- als huurmarkt verbeteren.
Bij de VVD en de PVV verslechtert de doelmatigheid van de woningmarkt volgens
het CPB per saldo. Doordat deze partijen de hypotheekrenteaftrek geheel of
grotendeels in tact laten de komende jaren, blijft de verstorende werking
van hiervan op prijzen en volumes op de koopmarkt in tact.
De mate waarin partijen bijvoorbeeld de hypotheekrente-aftrek wel aanpakken
heeft wel gevolgen voor gemiddelde huizenprijzen. Die dalen volgens het CPB
bijvoorbeeld, ten opzichte van het basiscenenario van het CPB, bij
GroenLinks met 8 procent extra in de periode tot 2017. Ook bij de SP en D66
is het effect van maatregelen op de huizenprijzen negatief.
VVD en PVV zorgen met hun maatregelen voor respectievelijk 2 en 7 procent
hogere huizenprijzen in 2017.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl